“Nieuwsgierigheid is mijn motor”

Portret van Jos Bol voor de expositie Wij geven cultuur een gezicht

Jos Bol is een bevlogen cultuurverbinder. Na 23 jaar als leerkracht op de Agnesschool in IJsselstein groeide zijn overtuiging dat cultuur essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen. Bij Kunst Centraal werkt hij als schoolbegeleider en projectleider aan het versterken van cultuurvakken in het onderwijs. Daarnaast is hij onder andere medeoprichter van de Kerstavond van mevrouw Klein Sprokkelhorst, waarmee hij zich al 17 jaar inzet om cultuur toegankelijk en verbindend te maken voor iedereen.

“Ik geloof dat cultuur mensen samenbrengt, laat reflecteren en helpt groeien: op school, op straat en in het leven. Daarom werk ik keihard, ook als vrijwilliger, om kunst laagdrempelig en dicht bij de mensen te brengen. Of het nu in de binnenstad is, of juist in de buitenwijken: cultuur moet leven, overal.”

Een theater van groentekisten

“Als kind ontdekte ik de kracht van kunst en cultuur op de kleuterschool, bij zuster Rosalia met haar viool en poppenkast. Die verwondering, spanning en het pure plezier van je kunnen uiten, raakte me diep, en is nooit meer weggegaan. Thuis stimuleerde mijn moeder die behoefte, ondanks dat we weinig hadden. Er kwam tóch een piano. Als jongen bouwde ik met groentekisten theaters in de schuur, zong ik in het kerkkoor, en maakte ik dans en theater. Niet veel later ontdekte ik dat ik echt kon zingen. In het kerkkoor mocht ik zelfs solo zingen. Dat voelde als een bevrijding: niet om op te vallen, maar om te mogen zijn wie ik ben.

Juist dát wil ik kinderen nu ook meegeven: dat kunst je helpt jezelf te begrijpen én de ander. Je leert je uiten, samenwerken, voelen, durven. Kunst maakt je sociaal sterker en vergroot je kansen. Als ik zie hoe kinderen zich openen in dans, muziek of theater - hoe ouders hun kind ineens anders zien - weet ik weer waarom cultuur onmisbaar is. Het raakt je hart én maakt je mens.

Het helpt kinderen sociaal sterker te worden, lichaamstaal te begrijpen, samen te werken. Juist in een tijd waarin aanraking en non-verbaal contact steeds gevoeliger liggen, is het des te belangrijker dat kinderen leren zichzelf te tonen en elkaar echt te zien. Kunst vergroot hun wereld én hun kansen. Dat is geen bijzaak, dat is een noodzaak.”

Voedende veelzijdigheid

“Ik laat me inspireren door het leven zelf. Kunst in al haar vormen raakt me. Ik heb me nooit willen beperken tot één discipline. Zingen, dansen, theater, beeldende kunst: alles spreekt me aan. In mijn werk is het juist die veelzijdigheid die me voedt. Ik werk graag met mensen uit verschillende kunstdisciplines, omdat elke vorm een eigen blik opent. Artiesten als Jenny Arean of Jacques Brel inspireren me door hun persoonlijkheid en vakmanschap.

Ook buiten de kunstwereld vind ik inspiratie: in de natuur, die me helpt terug te keren naar de basis, en in mensen, hun gezichten, bewegingen, interacties. Ouderen fascineren me door hun rust en levensverhalen, kinderen door hun puurheid en openheid. Kunst heeft de kracht om ons uit onze bubbel te halen, om ons echt te laten ontmoeten. In een samenleving die steeds individueler wordt, geloof ik dat cultuur ons kan verbinden en ons weer dichter bij elkaar kan brengen.”

De stad als decor vol verhalen

“IJsselstein is voor mij een voortdurende bron van inspiratie. De stad voelt als een decor vol verhalen – van de kasteeltoren tot de basiliek, van kleine binnenplaatsjes tot moderne gebouwen als Isselwaerde. Elke plek roept beelden op van wat er zou kunnen gebeuren: een dansvoorstelling achter glas, muziek in een kerkbank, een verhaal in een huiskamer. De stad is niet alleen een plek, maar ook een medespeler in alles wat ik maak.

Wat het bijzonder maakt, is de diversiteit aan mensen. In mijn rol kom ik overal: van burgemeester tot boa, van jong tot oud, van elke achtergrond. Dat verrijkt mijn werk enorm. Door die ontmoetingen en de dynamiek van de stad groeit mijn creativiteit. IJsselstein dwingt me steeds opnieuw te kijken, te luisteren en te verbinden. De stad leeft, beweegt, en nodigt uit tot verbeelding – en precies dat is de voedingsbodem voor mijn werk als cultuurmaker en verbinder.”

Vertrouwen

“Als ik terugkijk op alles wat ik gedaan heb, dan ben ik misschien wel het meest geraakt – en ja, ook trots – door wat we met elkaar hebben opgebouwd in IJsselstein. Niet zozeer om een los project of een ‘masterpiece’, maar om het vertrouwen dat mensen ons schonken. Dat bewoners hun deuren openden, soms voor 400 bezoekers op een avond, over hun witte tapijt, hun bank. Zelfs als het sneeuwde. Dat mensen dat durfden, dat ze zich veilig voelden – dát is voor mij de kern.

Ik werk met een fantastisch bestuur, met bevlogen vakgenoten, maar het zijn de verhalen van bewoners die blijven hangen. De oude man aan de Achtersloot die zijn vrouw verloren had en genoot van weer mensen over de vloer. De Syrische jongen die optrad voor een zaal vol accountants, en hoe die afstand in de zaal langzaam smolt. Of de vrouw die kerst weer kon vieren dankzij ons project, nadat haar man net daarvoor was overleden. Dat zijn cadeaus die je krijgt.”

Onverwachte verbindingen

“Wat me raakt, is dat je een jaar later nog langsfietst en mensen groeten je, vragen of we weer langskomen. Dat de zoon ineens met een vrachtwagen vol verlichting voor de stal van zijn vader staat. Dat creatieve mensen – muzikanten, vertellers, kunstenaars – met bewoners verbonden raken, en dat die ontmoeting doorwerkt. Een huiskamerconcert, een vriendschap, een nieuw perspectief.

Cultuur is niet iets vrijblijvends. Het is de ziel van de stad. Het bepaalt hoe mensen samenleven, elkaar ontmoeten, hoe ze hun omgeving verzorgen. Of dat nou in IJsselstein is of ergens in een klein dorp. Cultuur maakt dat jongeren blijven, dat mensen trots zijn op waar ze wonen. Het heeft impact, ook als die niet altijd zichtbaar is. En ja, het moet gefinancierd worden. Niet alleen door de overheid, maar door iedereen die waarde hecht aan samenleven. Voor mij is dat de echte winst. Dat mensen zich gezien voelen, gehoord, verbonden. Als je dát kunt bewerkstelligen met kunst en cultuur, dan weet ik waarom ik het doe.”

Nieuwsgierigheid als motor

“Ik maak anderen enthousiast voor cultuur door het persoonlijk en dichtbij te brengen. Bijvoorbeeld tijdens het organiseren van de eerdere edities van Sprokkelhorst. Mensen zeggen vaak: ‘Ik heb niks met cultuur.’ Maar als ik dan vertel dat de buren wel meedoen, raken ze toch nieuwsgierig. Die nieuwsgierigheid gebruik ik bewust. Ik nodig ze uit voor een praatje, zoek iets dat bij hen past - kerstlampjes, een mooie tuin, een gezellig praatje - en dan gaan ze overstag. Niet omdat het ‘cultuur’ is, maar omdat het leuk is, samen, dichtbij.

Ik weet hoe ik moet verleiden, dat heb ik geleerd in het onderwijs. Nieuwsgierigheid is mijn motor, dat heb ik van huis uit meegekregen. Ik probeer die nieuwsgierigheid ook bij anderen aan te wakkeren – naar mensen, verhalen, muziek, plekken. En als ze dan eenmaal binnen zijn, zien ze hoe gezellig het is. Dan willen ze volgend jaar weer meedoen. Het proces ernaartoe, het samen bedenken en organiseren, dat is eigenlijk het leukst. Dat contact, die verbondenheid – dáár zit de kracht van cultuur.”

Kunst mag schuren en ontregelen

“De grootste uitdaging in mijn vak is om de waarde van kunst en cultuur zichtbaar en voelbaar te maken – niet alleen met het hoofd, maar ook met het hart. Kunst moet vrij zijn, mag schuren en ontregelen. In een samenleving waarin vrijheid onder druk staat, verdwijnt ook cultuur. Daarom zie ik het als mijn taak om te laten zien hoe essentieel cultuur is voor een open, democratische samenleving.

Daarnaast is het belangrijk om erfgoed te koesteren én ruimte te geven aan nieuwe vormen, zoals straatdans of bi-culturele expressies. Verandering roept soms angst op, vooral als mensen het gevoel hebben dat hun tradities worden bedreigd. Ik probeer te laten zien dat het én-én kan: behoud én vernieuwing.

Ook inclusiviteit is een grote opgave. Het culturele veld is nog te vaak wit en georganiseerd volgens één manier van denken. Ik geloof in werken met mensen, niet voor hen. Door relaties aan te gaan, nieuwsgierig te blijven en open te staan voor andere perspectieven, ontstaan waardevolle verbindingen. Want als cultuur van iedereen is, kan iedereen zich er ook in herkennen – en er trots op zijn.”

Structuur en vrijheid

“Ik geloof dat je mensen in hun kracht zet door ze ruimte, veiligheid én richting te geven. Dat geldt voor jonge talenten, maar net zo goed voor ouderen of kinderen die iets willen, maar nog niet durven. In ons evenement geef ik lokaal talent bewust een podium: een jonge DJ, een violiste, of jongeren die meespelen in de openingsvoorstelling. Daarbij is begeleiding cruciaal. Een goede choreograaf of docent weet hoe je structuur én vrijheid biedt. Want creativiteit ontstaat juist binnen duidelijke kaders.

Een veilige omgeving is essentieel. Als mensen zich veilig voelen, durven ze zich te uiten. Daarom werk ik met professionals die jongeren serieus nemen en tegelijk structuur aanbrengen. Want totale vrijheid werkt niet. Je hebt inspiratie nodig, maar ook richting: een thema, een beginzin, een werkvorm. Zo bouw je een creatief proces op. Mensen denken vaak dat kunst gewoon ‘los’ begint, maar dat klopt niet. Je kunt pas buiten de lijntjes kleuren als je weet hoe je binnen de lijntjes moet werken. Structuur, veiligheid en relatie: dát is de basis om talent te laten groeien.”

Gedicht Jos Bol

De ziel van de stad

creativiteit binnen kaders
van veiligheid, spanning en plezier
waar het schuurt en verwondert
van de ziel van de stad
tot aan groentekist theaters in de schuur

waar je jezelf leert begrijpen
maar ook de ander
sociaal versterkt, gezien en erkend
echte verhalen die raken
ze maken je mens